Schoeisel



In eerdere nieuwsbrieven heb ik het al eens gehad over het dragen van versleten of verkeerde schoenen. Deze keer wil ik wat dieper ingaan op het belang van een goede pasvorm en hoe je zelf aan de hand van slijtageplekken kan beoordelen of deze pasvorm de juiste is in combinatie met jouw looptechniek en voetenstand.

Pasvorm checken

Check altijd de lengte en breedte. Veel lopers en vooral dames kopen te kleine schoenen.

In stand moet er minimaal een duim breedte tussen de langste teen en neus van de schoenen zijn. Maak een uitvalpas. Check nu bij de achterste voet, waar de hiel van de grond is, de afstand langste teen – neus van de schoen. De tenen mogen de neus net niet raken. Doe dit voor beide voeten, want beide voeten zijn verschillende in lengte. Ook de breedte van de schoen is belangrijk. Te smalle schoenen drukken de voet en de tenen te veel samen. De breedte is o.a. te checken bij de veters. Kun je de breedte van twee uitgestrekte vingers tussen de oogjes houden? De schoen is te breed als de afstand van de oogjes kleiner is dan je 2 vingers. En te smal als de oogjes veel verder uit elkaar staan. Je kunt ook het volgende doen. Haal de inlegzolen uit de schoen en ga er op staan. Kijk nu hoeveel ruimte er nog aan de voorzijde zichtbaar is. En of de voet aan de zijkanten over de inlegzool staat of er netjes op past. Diverse hardloopmerken hebben schoenen in verschillende breedtematen. De D-leest is standaard voor heren, de B-leest voor dames. Een smalle herenleest is een B leest, voor dames 2A. Een brede leest voor heren is 2E of 4E, voor dames D of 2E.

Slijtage beoordelen

Schoenzolen geven een goed beeld van de loopbeweging omdat door langere tijd inwerkende krachten de schoenen en zolen vervormen, afslijten of drukpunten tonen.

Normaal schoenslijtage patroon

Bij een haklander is de slijtage aan de buiten zijde van de hiel en gelijkmatig onder de voorvoet, bij een middenvoetlander alleen het laatste.

Samendrukking binnenzijde zool, slijtage van de (achterste) binnenzijde van de zool

Bij een duidelijk X-beenstand en/of overpronatie wordt de schoen meer belast aan de binnenzijde. De schoen gaat hierdoor meer naar binnen staan als je hem van achter bekijkt. Bij een antipronatie-schoen wordt deze mate van slijtage (deels) voorkomen.

Samendrukking buitenzijde zool, slijtage buitenrand zool

Bij O-beenstand en/of supinatieproblemen wordt de buitenzijde van de schoen meer belast. Dit kan ook voorkomen bij te veel correctie in de schoen of steunzool.

Slijtage buitenzijde voorvoet

Bij lopers met een actieve looptechniek en een versterkte tendens naar supinatie treedt voorvoetsupinatie op. De buitenrand bij de voorvoet is samengedrukt en afgesleten. Maar ook bij haklanders met een overpronatie in de achtervoet komt dit slijtpatroon voor. Antipronatie in de voorvoet moet worden uitgesloten.

Sterke slijtage onder het midden van de voorvoet

Dit komt voor bij spreidvoeten. De druk wordt niet gelijkmatig onder de dwarse voorste voetboog verdeeld. Ook de tussenzool van de schoen en inlegzool zijn vaak samengedrukt. Na verloop van tijd ontstaat een kuiltje in de schoen ter hoogte van de bal van de voet. Dit kun je goed voelen als je je hand in de schoen steekt. Bij schoenen met een voorvoetdempingselement treedt dit sneller op.