Omdat bij het hardlopen bepaalde spieren vaak eenzijdig worden getraind en belast, komt het vaak voor dat pijnklachten in andere, minder belaste en getrainde, spieren ontstaan. Om dat te voorkomen is het van belang om de rompspieren (buik, rug, bekken), ook genoemd ‘core’, te versterken.
Alle spieren en gewrichten van het lichaam beïnvloeden elkaar. De spieren in je romp spelen daarbij een belangrijke rol. Veel mensen denken dat je armen en benen alle taken verrichten, maar je kern maakt dit mogelijk door stabilisatie en krachtoverbrenging. De krachten die op je onderlichaam komen, vang je op met je bovenlichaam en andersom. Hierdoor zwabber je niet als lappenpop heen en weer, maar behoud je stabiliteit.
Het corset van spieren in je romp is dus de basis waaruit (bijna alle) bewegingen plaatsvinden en je hebt dus baat bij een goede kern bij praktisch alles wat je doet. Een stevige ‘core’ draagt ook zeker bij aan de sportprestaties. Bij sport is het van belang om te zorgen voor een optimale krachtoverdracht van de romp en het bekken naar de armen en benen. Dat vraagt om een goede balans en aansturing vanuit de romp.
Het trainen van je rompstabiliteit is beter bekend als core-stabilitytraining. Het doel van de oefeningen binnen deze vorm van training is het verhogen van de stabiliteit en lenigheid, het aanleren van een betere houding en het verbeteren van communicatie tussen spieren en zenuwen. De rompspieren moeten vooral leren om je wervelkolom te stabiliseren.
(Bekende core-stabilityoefeningen)
Zeker voor beginnende sporters is het trainen van een goede balans en stabiliteit van groot belang. Voor gevorderde sporters, die er vaak al over beschikken, is het een kwestie van bijhouden. Twee of drie keer per week 10 tot 15 minuten aan je core werken geeft al effect.