Actieve armzwaai



Een actieve armzwaai wil zeggen dat de bovenarm soepel, ontspannen en snel van voor naar achter zwaait en weer terug. Hoe compacter de armhoek bij de elleboog hoe sneller gezwaaid kan worden. De ideale armhoek is tussen 30 en 90 graden. Het snel kunnen zwaaien van de armen hangt samen de pasfrequentie. Een hoge pasfrequentie vraagt om een snelle armzwaai.
De bovenarm zwaait achterwaarts tot de hand ongeveer aan de achterzijde van de ribbenkast is. Voorwaarts zwaait de arm tot de elleboog aan de voorzijde van de ribbenkast is. Voor veel lopers voelt dit overdreven aan. Maar een dergelijke actieve armzwaai ondersteunt de hoge pasfrequentie en de actieve beenpendel.

Armen en benen bewegen niet los van elkaar; ze zijn aan elkaar gekoppeld via de romp, waarbij sprake is van diagonale (of kruis) coördinatie. Om te voorkomen dat de romp gaat draaien (roteren om de lengte as) moeten de armen door een actieve zwaai zorgen voor tegenwicht aan de benen. Hierbij worden de handen in het verlengde van de onderarm gehouden (rechte pols) met de duimzijde omhoog gericht. De vingertoppen worden ontspannen en losjes gebogen gehouden. Houd denkbeeldig in elke hand een vlinder tussen duim en wijsvinger vast.

Wanneer is er te weinig of een foutieve actieve armzwaai?

  • Als de armen als een bokser voor de borst worden gehouden en nauwelijks zwaaien of zijwaarts zwaaien
  • Als de armen met de ellebogen achter het lichaam worden gehouden en niet of nauwelijks zwaaien.
  • Als de arm zijwaarts voorbij de lichaamsmiddenlijn wordt gezwaaid of geroteerd als gevolg van romprotatie om de lengte as waarbij 1 of beide schouders naar voren en achter bewegen.
  • Bij gestrekte armen die niet of nauwelijks meezwaaien.
  • Als de armhoek in de achterzwaai wordt losgelaten, waarbij de onderarm naar achter zwaait.
  • Als de armhoek in voorzwaai wordt losgelaten, waarbij onderarm als horizontaal naar voren wordt geduwd.

Verbeteren actieve armzwaai

  • Overdrijf de armzwaai bewegingsuitslag voor, achter, en beide
  • Loop met gestrekte armen en buig geleidelijk de ellebogen tot een zeer compacte armhoek waarbij duim tegen schouder komt.
  • Voor ontspannen schouders, accentueer de voorwaartse zwaai door de handen boven op het hoofd te laten tikken (achterzwaai wordt dan even wat minder)
  • Maak foute armbewegingen en wissel af met goede
    • Loop met gestrekte armen
    • Loop met armen gebogen en geforceerd achterwaarts gehouden
    • Loop als een boxer
    • Houd 1 arm stil, houd beide armen stil, steek 1 arm zijwaarts, omhoog, etc.
    • Loop met slappe polsen, loop met gestrekte vingers
    • Loop met opgetrokken schouders
    • Loop met borstbeen naar voren