De beginnende blessure een halt toeroepen

Vaak zijn hardloopblessures overbelastingsblessures. Deze blessures ontstaan geleidelijk doordat de belasting op spieren, banden of gewrichten steeds net iets groter is dan het lichaam kan hebben. Eerst is er lichte irritatie die vaak weer verdwijnt na een warming up, maar bij onvoldoende maatregelen zal het herstel steeds langer duren en de pijn verergeren. De kunst is nu om op tijd in te grijpen en het juiste te doen om dit proces om te draaien. ‘Luisteren naar je lichaam’en ‘variatie’zijn hierin sleutelwoorden.

Hieronder enkele tips:

  • Doe een goede warming up, zorg dat je bloedsomloop op gang komt en al je spieren goed doorbloed zijn voordat je ze zwaarder gaat belasten.
  • Train gevarieerd. Wissel zware trainingen af met lichte trainingen. Luister naar je lichaam en ga niet tot het uiterste.
  • Loop niet telkens hetzelfde rondje en loop het rondje ook eens andersom, zo belast je je spieren net weer even anders.
  • Wissel af en toe van ondergrond. Als je het hardlopen afwisselt op asfalt en onverharde ondergronden, zoals gras, bos en zand, belast je je gewrichten en spieren gevarieerd. Zo train je je balans om goed te kunnen (blijven) schakelen op verschillende ondergronden. Ook kan je binnen je training je snelheid variëren.
  • Hou niet volledig rust. Daarmee vergroot je de kans dat de blessure terugkomt zodra je weer gaat hardlopen. Blijf dus bij een beginnende blessure juist in beweging. Vervang bijvoorbeeld je hardlooptraining door een stevige wandeling of fietstocht.
  • Neem voldoende tijd voor een cooling down. Door het op lengte brengen van je spieren worden afvalstoffen beter afgevoerd