hardlopen

Je plek op de weg als hardloper

Als je buiten op de weg gaat hardlopen, is goed om te bedenken dat je dan ook verkeersdeelnemer bent. Wat is dan eigenlijk je plek op de weg?

Wettelijke Verkeersregels

Voor het bepalen van de plek op de openbare weg gelden de volgende regels:

  1. Voetgangers gebruiken het trottoir of voetpad.
  2. Zij gebruiken het fietspad als het trottoir en voetpad ontbreken.
  3. Zij gebruiken de berm of de uiterste zijde van de rijbaan als ook het fietspad ontbreekt.
  4. De voetganger mag zelf bepalen aan welke kant hij loopt. Meest logisch is die kant te kiezen waar men het best zichtbaar is / je overzicht hebt.

Regels RCW

De loopgroepen bestaan uit maximaal 25 lopers. De groepen houden zich aan de verkeersregels. Stoptekens worden te allen tijde gerespecteerd. De lopers houden rechts en lopen maximaal twee-aan-twee. Als de ruimte ontbreekt, achter elkaar. De voorste lopers geven verbale signalen aan de groep bij tegemoetkomend verkeer en bij obstakels. De achterste lopers signaleren of achterop komend verkeer nadert en waarschuwt de groep. De laatste lopers blijven niet alleen.

Grote groep

Het maakt ook uit of je in een grote of kleine groep loopt. Bij groepen houdt een hardlooptrainer de veiligheid onderweg in de gaten. Als je in een grote groep (20 tot maximaal 25 lopers) zullen er vaak ook minimaal twee trainers bij de training aanwezig zijn.

Met een grote loopgroep adviseert de Atletiekunie trainers om bij afwezigheid van trottoir, voetpad en fietspad helemaal aan rechterkant van de weg te lopen. Op die manier geef je het achterop komende verkeer beter de gelegenheid veilig in te halen. Je hebt daarmee ook beter zicht op tegemoetkomend verkeer. Op fietspaden en wegen loop je meestal in tweetallen naast elkaar of als het smaller is allemaal achter elkaar in een lint.

Kleine groep

Bij kleine groepjes (tot 5 personen) of als je alleen loopt kan eventueel gekozen worden om aan de linkerkant te gaan lopen. Alleen of met een kleinere groep ben je flexibeler bij bijzondere verkeerssituaties, zoals een onoverzichtelijke bocht, om dit veilig te kunnen doen. Kies als individuele loper bij trainingen in het donker een route waarbij je zoveel mogelijk op verlichte fietspaden loopt.

De trainer

  • heeft tijdens de training een telefoon bij zich en belangrijke telefoonnummers om in geval van calamiteit adequaat te kunnen alarmeren en reageren
  • ziet toe op naleving van de verkeersregels. Lopers zorgen zelf voor kleding die passend is bij de temperatuur om onderkoeling of oververhitting te voorkomen. Lopers nemen voldoende vocht/water mee ter voorkoming van uitdroging bij hogere temperaturen.

De loper

  • zorgt voor kleding die bij de temperatuur past om onderkoeling of oververhitting te voorkomen
  • neemt voldoende vocht/water mee ter voorkoming van uitdroging bij hogere temperaturen
  • in het donker (na zonsondergang of bij zware bewolking) is het dragen van een reflecterend hesje verplicht (daarnaast wordt verlichting van harte aanbevolen)